Als George Baker muziek wil maken of schrijven, dan haalt hij heel vaak inspiratie uit de jaren 30 of 40. Hij had vroeger een oom die dat soort platen draaide en dat zal George al dan niet onbewust wel hebben opgeslagen.
“Eigenlijk is alles wat je ooit hebt gehoord, inspiratie. Alles wat je leuk vond en wat is blijven hangen, is op één of andere manier wel inspiratie. Daarom zeg ik altijd: een artiest staat altijd op de schouders van een andere artiest die er ooit is geweest. Je kunt het verleden van een hele muziekhistorie gewoon niet ontkennen”, zegt George in Party.
Baker heeft nog nooit iets in de popmuziek gehoord wat hij vroeger nog nooit gehoord had. Volgens hem is er niets compleet nieuws dat nog nergens verbonden is aan iets anders.
“Dat is ook niet zo vreemd, want mensen kunnen iets scheppen. We kunnen niet van niets, iets maken. We gebruiken de elementen die er zijn: water, hout, vuur, aarde en metaal. Daarmee kunnen we iets maken. Maar anders niet.”