Het Openbaar Ministerie (OM) heeft besloten om in twee van de onderzoeken, gerelateerd aan televisieprogramma The Voice of Holland (TVOH), vervolging in te stellen. Een ander TVOH-gerelateerd onderzoek zal bij gebrek aan bewijs worden geseponeerd.
Eerder maakte het OM al bekend een vierde TVOH-gerelateerd onderzoek te seponeren. Hiermee zijn in alle vier de zaken rondom het televisieprogramma The Voice of Holland vervolgingsbeslissingen genomen. Alle betrokkenen zijn hierover geïnformeerd.
De politie heeft onder leiding van het OM uitvoerig onderzoek gedaan naar mogelijke zedenfeiten gepleegd door vier personen rondom het televisieprogramma The Voice of Holland. Na onderzoek is besloten om tegen twee van hen vervolging in te stellen.
Ali B, een 41-jarige man uit Almere zal worden vervolgd voor zedenfeiten met drie meerderjarige vrouwen. De verdenking heeft betrekking op feiten die gepleegd zouden zijn in 2014 en 2018 in Heiloo, Amsterdam en in het buitenland. Eén van die drie verdenkingen is TVOH-gerelateerd. De aangifte van een vierde vrouw, tegen dezelfde verdachte, zal worden geseponeerd. Deze aangifte is ook gerelateerd aan TVOH, maar uit de onderzoeksbevindingen is niet gebleken dat er sprake is van een strafbaar feit.
Ook Jeroen Rietbergen, een 51-jarige man uit Huizen, zal worden vervolgd. Hij wordt verdacht van een zedenfeit dat in februari 2018 zou hebben plaatsgevonden in of rond de opnamestudio’s waar The Voice of Holland werd opgenomen.
Voordat de zaken bij de rechter worden aangebracht krijgt de verdediging de mogelijkheid om onderzoekswensen in te dienen. Deze eventuele onderzoekswensen kunnen aanleiding zijn voor nader onderzoek. Op dit moment is daarom voor beide strafzaken nog geen zittingsdatum bekend.
Tijdens de inhoudelijke behandeling zal de officier van justitie een uitgebreide toelichting geven op onder meer de definitieve verdenking, het onderzoek en het standpunt van het Openbaar Ministerie. Op dit moment zal dan ook geen verdere informatie gedeeld worden.
Uit een ander TVOH-gerelateerd onderzoek is onvoldoende bewijs naar voren gekomen om tot vervolging van de betreffende (gewezen) verdachte over te gaan. Omdat de verklaring van het slachtoffer in deze zaak niet ondersteund wordt door een tweede bewijsmiddel, kan de zaak juridisch gezien niet bewezen worden. Het Openbaar Ministerie heeft daarom besloten deze zaak te seponeren.
Deze beslissing, in combinatie met de geseponeerde aangifte tegen de 41-jarige verdachte en de aangifte die in november werd geseponeerd, betekent dat er in totaal drie TVOH-gerelateerde aangiftes worden geseponeerd. Twee daarvan vanwege onvoldoende bewijs en één omdat er geen sprake is van een strafbaar feit.
In beginsel verstrekt het OM geen informatie over de identiteit van een verdachte of aangever, ook als in de media wel een naam aan een zaak wordt verbonden. Deze afweging kan anders zijn als de betreffende (advocaat van de) betrokkene eerder zelf actief de media te woord heeft gestaan over de zaak.
De vier TVOH-gerelateerde onderzoeken vallen onder verschillende onderdelen van het OM. De strafzaak tegen Ali B valt onder parket Noord-Holland. De strafzaak tegen Jeroen Rietbergen valt, net als de twee geseponeerde zaken, onder parket Midden-Nederland.